VAN WITTE BLOEM TOT ZWARTE VRUCHT
in het voorjaar is het een feest van
zacht deinende takken die overvloedig
getooid zijn met witte bloemen
het zoemend zingen van bijen
vult de gehele boomgaard met
een blijde opgewekte opwinding
hun lijfjes hangen stil in de lucht
met trillende vleugeltjes drijven zij
op de geuren van honing die door walsen
dansende winden worden aangevoerd
dezelfde wind die met maartse buien
en het ongeduld van april de kersenbomen
laat sneeuwen in het malse groene gras
en langzaam groeit uit het hart een
vrucht van groen via rood tot Ujes zwart
verschijnen er ladders die tot in de hemel
lijken te reiken en waarvan de uiteinden
verdwalen in de boomtoppen
emmers tot aan de rand gevuld
met het glanzende zwarte goud
Maarten van den Elzen